Verwaarlozing, ondervoeding maar ook chronische armoede kunnen de ontwikkeling van jonge kinderen lelijk in de weg staan en hinderen. Uit de langlopende studies blijkt zelfs dat een problematische opvoedsituaties levenslang effecten kan hebben. Ben je opgegroeid in het gezin waar in armoede heerst of waar problematische gedragspatronen zoals conflictueuze verhoudingen of ongezonde leefgewoontes, zoals dus functionele patronen overmatig drinken of roken heersen, dan is de -statistische- kans groot dat het de kinderen eenmaal opgegroeid hetzelfde zou vergaan. Kinderen die in risicovolle omstandigheden opgroeien blijven hun leven lang vaker aan dezelfde risico’s blootgesteld worden en krijgen waarschijnlijk zelf ook die kinderen die op dezelfde manier op zullen groeien. Kansarme kinderen zijn het niet alleen als kind. Ze zullen minder vaak in staat zijn een middelbare of hogere opleiding succesvol af te ronden. Ze zullen een lager inkomen hebben, vaker aan ziektes en chronische aandoeningen leiden en hun gezonde levensjaren zullen, gemiddeld genomen, minimaal vijf jaar minder zijn dan dat van de gemiddelde bevolking.

Als samenleving maken wij ons terecht zorgen over kansarme kinderen en een deel van onze bevolking die van jongs af aan op achterstand lijkt te blijven staan. En hoewel we al decennialang investeren in het doorbreken van deze kansarmoede-cyclus, lijkt het succes beperkt. We weten dat vooral de talige omgeving thuis van grote invloed is op de schoolse ontwikkeling van kinderen en dat bijvoorbeeld chronische armoede of het opleidingsniveau van de opvoeders daar van grote invloed is. Vooral in stedelijke gebieden speelt bovendien een rol dat een stijgend aantal kinderen in het primair onderwijs weinig of beperkt Nederlands bij de aanvang van de basisschool.

Leerervaringen

Het kinderbrein is tot gigantisch complexe taken in staat en leert die zelfs levenslang aan. En nutteloze dingen leert het brein af. We noemen dat de plasticiteit van het brein. Al voor de geboorte gaat het brein in een moordend tempo aan de slag om alle leerervaringen van het kind, alles wat het meemaakt, om te zetten in verbindingen tussen de hersencellen. Deze verbindingen, zowel de hoeveelheid als de kwaliteit, zijn neurale netwerken die in hoge mate bepalend zijn voor de functies die het brein later kan uitoefenen. Vooral de eerste kinderjaren zijn erg belangrijk: dan wordt het meeste werk verzet. Bovendien zijn er gevoelige perioden waarin sommige neurale netwerken, bijvoorbeeld die voor de motoriek of  taal, worden aangelegd.

Het nut van emoties

Bij de conceptie en de geboorte is het brein in principe in staat zich aan alle leefomstandigheden aan te passen. Daarvoor gaat het brein zo snel als mogelijk na wat de belangrijkste omstandigheden zijn en daarvoor wordt dan de ‘bedrading’ aangelegd. Of omdat ze vaak voorkomen, of omdat ze erg ingrijpend zijn. Bijvoorbeeld een angstige gebeurtenis wordt ‘gemarkeerd’, zodat het kind een volgende keer adequaat kan regeren.

Kansenarmoede, vroege schade is hardnekkig.

Ook langdurende of voortdurende blootstelling aan verwaarlozing, mishandeling, geweld, angst en honger zetten de hersenen aan tot het ‘markeren’ van omstandigheden, door de aanmaak van het hormoon cortisol. Dit hormoon is bedoeld om je te helpen in angstwekkende situaties, om jezelf te kunnen beschermen of te vluchten. En op zich is de aanmaak van cortisol als ‘marker’ van stressvolle situaties niet schadelijk en zelfs functioneel. Maar in situaties waar de stress zeer ernstig en voortdurend is, zal het kinderbrein zich helemaal focussen op overleven en aan de andere ontwikkelingstaken niet of te weinig toekomen.

Voor een hoog niveau stresshormonen, zeker als die langer, aanhoudend optreden, betaalt het kinderbrein dan een zware prijs: het tast de breincellen en synapsen aan en verstoort verdere groei van de synapsen.

Tot op zeker hoogte is er herstel mogelijk. Maar helaas verliest het brein niet de aangeleerde hyperalertheid voor angst, net zomin als de herinneringen eraan. De groei van de neurale netwerken in het brein, of delen daarvan, blijft dan achter. Een jong kind dat lijdt onder angstige, bedreigende ervaringen heeft onder zijn schedeltje, onzichtbaar, misschien wel de grootste littekens.

 

Het goede nieuws is: meestal gaat het vanzelf goed.

Het zorgwekkende nieuws: als het mis gaat, dan gaat het wel erg mis.

 

Al deze kennis komt ons van pas als we een doelgericht aanbod willen doen aan kinderen die al jong op achterstand staan. Zij hebben recht op onze onverdeelde aandacht en zorg.